Zorgtoeslag stevig omhoog

Vanaf 2023 zijn de grenzen voor de Zorgtoeslag behoorlijk opgerekt, vooral wat betreft de inkomensgrenzen.
Het maximale inkomen waarover nog aanspraak bestaat op Zorgtoeslag is voor alleenstaanden verhoogd van ongeveer € 32.000 naar ongeveer € 38.000, voor stellen is dat van zo ’n € 41.000 naar ruim € 48.000. Wat dus simpelweg betekent dat er vanaf 2023 veel meer mensen aanspraak hebben op Zorgtoeslag. Automatisch gaat die uitbreiding natuurlijk niet: dat moet je dan als rechthebbende wel zelf (laten) aanvragen!

Het is overigens wel bijzonder, dit. Toeslagen waren oorspronkelijk bedoeld voor mensen met een laag inkomen, met deze inkomensgrenzen is de Zorgtoeslag inmiddels gearriveerd bij de modale inkomens.

Meer belasting op vermogen, minder op arbeid

De regering denkt momenteel na over hoe de belastingwetgeving in de toekomst er uit moet gaan zien en behoorlijk in de pas met de theorieën van Thomas Piketty verschuift in die toekomstvisie de belastingdruk van arbeid naar vermogen; ‘werk moet lonen’ wordt het uitgangspunt. Een voorschot daarop kunnen we al een beetje zien in de plannen voor de nieuwe Box 3-heffingen vanaf 2026.

Opvallend in de eerste stappen die de regering zet op de zoektocht naar een nieuw belastingstelsel is dat die stappen vooral gaan over het beter en meer belasten van (inkomen uit) vermogen, hoe de arbeid dan lager belast gaat worden is vooralsnog nergens te zien. En vanzelfsprekend wordt in mijn vakgebied nu al nagedacht hoe de gevolgen van dit beleid voor de vermogenden onder ons opgevangen kunnen worden. Het worden weer drukke tijden voor de fiscalisten en juristen…..
En oh ja, jouw inbreng in het bedenken van de plannen wordt ook gewaardeerd. Er is een internetconsultatie opgetuigd waar iedereen zijn/haar kwartje in de collectebus mag doen.

Het einde van de stille vennoot

Commanditaire Vennootschappen (cv ‘s) zijn er in Nederland niet zo heel erg veel, maar ze zijn er wel en ze zijn er al héél lang. Een cv (voor de niet kenner) is een eenmanszaak of v.o.f. met een (of meerdere) vennoten die alleen geld in het bedrijf hebben gestoken en verder geen handelingen e/o werk verrichten, de zogenaamde ‘stille vennoot’. De stille vennoot draagt in de meeste gevallen ook niet meer aansprakelijkheid (en dus risico) dan het geld dat ‘ie ingebracht heeft, in tegenstelling tot de gewone vennoten die hoofdelijk voor alle schulden aansprakelijk zijn. De stille vennoot staat ook niet met naam en toenaam beschreven bij de KvK. Een cv komt bijvoorbeeld vaak voor als ouders hun bedrijf overdragen aan hun kinderen, maar er met hun geld nog een tijd in blijven zitten.
Vooral met het (steeds verder doordenderende) overheidsbeleid om criminaliteit (vooral witwassen) tegen te gaan is het plan nu om de stille vennoot niet meer ‘stil’ te laten zijn, maar met naam en toenaam bij de KvK de registreren (en dus voor iedereen zichtbaar te maken). De Belastingdienst weet wel (of kan weten) wie die stille vennoot is, dus mij ontgaat nut en noodzaak van deze actie die een einde maakt aan een mooi en eeuwenoud fenomeen uit het Nederlandse bedrijfsleven.

Box 3, struikelend naar de finish

Het gaat maar door met de ontwikkelingen in/voor Box 3, ook afgelopen week.
StasFin van Rij maakte
officieel bekend dat iedereen een beroep kan doen op een nog komende uitspraak van de Hoge Raad over de aanslagen 2017-2020, dus ook degenen die geen bezwaar hebben gemaakt. Over wat wel/niet te doen met de nu komende aanslagen 2021 (en 2022 inmiddels ook) is nog niet alles duidelijk (genoeg), dus dat betekent: voor alle zekerheid dan toch maar bezwaar tegen de eigen aangifte maken als daar een belastbaar effect in Box 3 in zit.

Inmiddels is ook al wel duidelijk wat de regering doet met de tussenperiode: 2021 – 2025 (vanaf 2026 komt er een geheel nieuw heffingssysteem voor vermogen in Box 3). Er komt (of eigenlijk: er is al) een verhoogde vrijstelling. Daarnaast zijn er nu drie categorieën voor het berekenen van het belastbare rendement: spaargeld (met een (vooralsnog) heel laag rendement, andere bezittingen met een heel hoog fiscaal rendement (6,17% in 2022!!!) en een weer lage rente op schulden. Wie dus bijvoorbeeld een 2e huis(je) heeft (belast met 6,17%), gefinancierd met een hypotheek (rente aftrekbaar tegen een laag percentage, ruim 2%) is dus de pineut, althans fiscaal. Datzelfde geldt dus ook voor mensen die met geleend geld aandelen (of bitcoins e.d.) hebben gekocht. Een enorm drama is het allemaal nou ook weer niet als het niet om enorme vermogens gaat, maar sommigen onder ons zijn dus wel jaarlijks een paar duizend Euro extra aan belastingen kwijt en anderen (met alleen spaargeld) spinnen hier weer garen bij.

En dan: wat vanaf (waarschijnlijk) 2026?
De 2e kamer wil dat er belasting geheven gaat worden over het feitelijk behaalde rendement, wel zo ‘eerlijk’ toch? Dat was de regering ook van plan te gaan doen, maar inmiddels zijn ze er daar achter aan het komen dat dat nog niet zo makkelijk is. Want wat is dat rendement dan precies? En hoe controleer je dat, als Belastingdienst zijnde? En kunnen de systemen van de Belastingdienst zoiets wel aan? Moeilijk, (te) moeilijk dus allemaal. Dus denkt de StasFin voorlopig aan (toch weer) een forfaitair systeem (zoals nu dus), maar dan met meer categorieën dan nu (drie dus) waardoor er per categorie een afzonderlijk (gemiddeld) rendement gebruikt kan gaan worden. Hoe zich dat dan weer verhoudt tot het uitgangspunt dat het werkelijk behaalde rendement belast moet gaan worden: geen idee hier.

‘Steunfonds energie’, een nieuwe toeslag

In de kerstboom met toeslagen is weer een nieuwe slinger opgehangen: het Tijdelijk Noodfonds Energie.
Makkelijk konden ze het natuurlijk weer niet maken (en zonder mogelijk gedoe achteraf ook niet als ik het zo bekijk), maar met enige moeite zijn de regels wel te volgen en er is een website met testvragenlijst waar je kunt kijken of je onder de werking van deze geldpot valt. Grofweg kom je in aanmerking voor een subsidie als je inkomen niet meer dan 200% van het minimum is en je energienota tenminste hoger is dan 10 – 13% van je bruto inkomen.

Geïnteresseerd? Ga eens kijken daar.

Scholingssubsidie STAP weer van start

Na het afschaffen van de fiscale aftrek op studiekosten voor beroep of werk werd er een nieuwe financiële bijdrage ingevoerd die niet meer via de belastingaangifte liep, maar die direct aan de scholier/student werd uitbetaald (e/o aan het scholingsinstituut): STAP. Die nieuwe regeling was zo ’n enorm succes dat het aanvragen nog moeilijker was dan het kopen van een ticket voor Lowlands en Jan-en alleman leuke cursussen bedacht om te geven aan studenten voor wie die opleiding immers toch ‘gratis’ was.

De regering legde na een jaar de hele regeling dus maar stop en sloeg aan het renoveren. Vanaf 28 februari is de aangepaste regeling weer in de lucht. Voor het goede begrip: deze regeling geldt dus ook voor zelfstandigen/ondernemers! Dus als je nog …… Ga je gang!

Einde aan & voor de zzp’er?

Ik schreef er hier recent al eerder over: 2023 kan wel eens een heel belangrijk jaar worden voor iedereen die zich ‘zzp’er’ noemt (of zo wordt genoemd) en iedereen die (wel eens) zzp’ers inhuurt. De regering is nu druk bezig de wettelijke definities rond te krijgen en om te zetten in wetgeving. Wetgeving met als doel een eind te maken aan diverse juridische en fiscale constructies waarin arbeidsrelaties in de vorm van ‘zelfstandigheid’ gegoten worden in plaats van de klassieke werkgever/werknemer-verhouding. Want -aldus de overheid- er is een enorme wildgroei ontstaan aan ‘schijnzelfstandigen’ en dat is niet goed.

Langzaamaan wordt steeds zichtbaarder waar de regering aan denkt voor het maken van onderscheid tussen werknemers en ‘echte’ ondernemers/zelfstandigen. Naast de heilige driepoot (arbeid, beloning en gezag) waarop dat onderscheid traditioneel wordt beoordeeld wordt nu vooral de derde poot (gezag) verder uitgewerkt.
Eerste punt: worden er instructies gegeven en wordt er toezicht gehouden op het werk (materieel gezag)?
Tweede punt: is het werk organisatorisch “ingebed” in de organisatie van de werkgevende (formeel gezag)? Oftewel betreffen de activiteiten een wezenlijk onderdeel van de bedrijfsactiviteiten (corebusiness) en zijn er werknemers (e/o uitzendkrachten) die precies hetzelfde werk doen?
Derde punt: is er sprake van echt zelfstandig ondernemerschap binnen een arbeidsrelatie? Investeert de zzp’er in eigen bedrijfsmiddelen, werkt de zzp’er met eigen gereedschappen en hulpmiddelen, gebruikt eigen materialen, draagt de zzp’er eigen bedrijfskleding? Neemt de zzp’er zelf financiële risico’s?
Een ander aandachtspunt wordt het (uur-)tarief dat ze zzp’er vraagt (en vooral: krijgt): dat moet (zo zijn de gedachten nu) tenminste € 30 a € 35 (ex. btw) zijn. Ik hoor overigens overal dat het uiteindelijk (tegen de) € 40/uur gaat worden.

Hoe dit behoorlijk ingewikkelde gebeuren in de praktijk gecontroleerd gaat worden wordt ook steeds duidelijker: via een online checklist die de opdrachtgever vooraf door moet lopen en die aan het einde uitsluitsel geeft wat de juridische en fiscale arbeidsverhouding is: werknemer of zelfstandige? Een opdrachtgever die die checklist niet gebruikt loopt het grote risico dat achteraf een ‘zelfstandige’ alsnog tot werknemer wordt omgevormd, met nogal grote financiële gevolgen (alsnog loonbelasting en premies werknemersverzekeringen en pensioen afdragen, ontslagrecht e.d.). Plus boetes en rente. Het plan is nu dat de wet in 2023 wordt gemaakt, begin 2024 naar het parlement gaat en vanaf 2025 wordt ingevoerd.
Ben je opdrachtgever (werkgever): bereid je voor op de ze verandering(en): neem je (al dan niet digitale) Rolodexje eens door en onderneem alvast actie. Ben je zzp’er: dit kan je hele verdienmodel onderuit halen, dus ga bedenken wat te doen. Laat je niet verrassen eind 2024/begin 2025!
Dit zat er natuurlijk al lang aan te komen, nu zijn de eerste tekenen aan de horizon te zien.

Box 3, het volgende hoofdstuk

Het boek dat ooit over deze hele Box3-affaire geschreven gaat worden (nee, niet door mij) is weer aan een nieuw hoofdstuk begonnen afgelopen week: de beroepsorganisaties van accountants en belastingadviseurs roepen nu weer op om altijd bezwaar te maken, tegen welke aanslag dan ook. Tenminste als er in die aanslag ook maar iets te bespeuren is (of zou kunnen zijn) van een heffing in (of zelfs een berekening over) Box 3.

Daar gaan we weer…. De StasFin heeft nog geprobeerd de mogelijke gaten in de dijk te dichten met een besluit waar alle mogelijke bezwaarmakers automatisch in terechtkomen, maar dat mocht dus niet baten: de professionals hebben de hooivorken weer van stal gehaald en de tractormotoren gestart de paarden gezadeld.
Recente rechterlijke uitspraken helpen ook al niet, in deze uitspraak liet de rechter een te late bezwaarmaker achter het net vissen en zoiets spreekt zich natuurlijk rond. En als dus zelfs de Consumentenbond zich er ook al tegenaan gaat bemoeien (en zelfs bereid is om naar het Europese Hof te gaan) dan zijn we met z ’n allen nog lang niet klaar met deze toestand.
Ter herinnering nog even: dit dus allemaal omdat de regering medio 2022 besloot om niet gewoon iedereen het teveel betaalde belastinggeld terug te geven, dat geld hadden ze nodig voor nuttigere uitgaven. Tja.

Steeds minder accountants

Als je nog een vakgebied zoekt waar werk zat is: in de accountancy dreigt zich een ramp te gaan afspelen: de boomers vertrekken naar zonnigere oorden en de jonkies willen dat vak (en de lange studie vooral ook) niet meer, zo ’n 50% van de beginnende studenten redt het niet de ratrace helemaal uit te lopen.
Dit heeft volgens deskundigen twee gevolgen: er blijft steeds meer werk liggen en/of accountants worden (de wet van vraag en aanbod immers) steeds duurder.

Een mooie zin hierover in de kop van een ander artikel: ‘als je zindelijk bent, word je aangenomen‘. Dus heb je een jaartje of 10 over? Wordt accountant!

Digitaal bankieren lukt 2,6 miljoen mensen niet (goed)

Ook gehoord of gelezen afgelopen week? De Nederlandse Bank onderzocht het betalingsgedrag in NL en ontdekte dat zo ’n 2,6 miljoen mensen veel (soms zelfs onoverkomelijke) moeite hebben met digitaal bankieren. En dat op het moment dat veel leveranciers stoppen met een decennia oud betalingssysteem: de acceptgirokaart (ook de Belastingdienst stopt daarmee). Contant geld raakt ook steeds verder in het verdomhoekje (in NL althans), het betalingsverkeer wordt ons dus inderdaad steeds moeilijker gemaakt.

Ik denk niet dat er veel ondernemers zijn die onder die 2,6 miljoen vallen (want dan red je het als ondernemer niet lang natuurlijk), maar onder hun klanten zullen er misschien wel veel zitten. Dat is ook een van de redenen waarom je steeds meer betaaldienstverleners en tussenpersonen ziet ontstaan (Mollie, Tikkies, Betaalverzoeken, etc.) om het allemaal makkelijker (en ook sneller) te maken. Het probleem voor ondernemers is dan wel: die diensten kosten allemaal extra geld en aan de ontvangende kant zijn ze boekhoudkundig ook lang niet allemaal handig georganiseerd (om niet te zeggen soms onnoemelijk bewerkelijk). Betalingsverkeer: het blijft lastig goed te regelen (behalve als je alleen met cash geld werkt, maar ja….). Los van het betalingsverkeer: de overheid maakt het ons allemaal ook wel steeds moeilijker en ingewikkelder, misschien moeten we daar eens beginnen het leven weer wat eenvoudiger te maken. Toch?