Nieuwe Pensioenwet: de eerste rechtszaken zijn begonnen

Je zult er vast wel iets van hebben meegekregen: de regering heeft de oude Pensioenwet ingrijpend verbouwd en dat heeft verregaande gevolgen voor zowel de pensioenfondsen als de pensioengerechtigden. Heel kort samengevat komt de nieuwe wet erop neer dat de collectieve basis onder alle pensioenen aanzienlijk wordt verkleind en iedere pensioengerechtigde een eigen ‘potje’ krijgt waaruit zijn/haar eigen pensioen betaald gaat worden. Alleen voor heel bijzondere situaties is er dan nog een collectief verzekerd risico (c.q. uitkering).

Het aanpassen van al die individuele aanspraken in persoonsgebonden ‘potjes’ heet ‘invaren’ en is natuurlijk een operatie van gigantische proporties: van iedere verzekerde moet worden vastgesteld wat er aan premie betaald is in het verleden. (Toekomstige) pensioengerechtigden hebben soms bij heel verschillende werkgevers gewerkt en waren dus aangesloten bij heel verschillende pensioenverzekeraars/fondsen. Ga er maar aan staan.
Dat dit ‘invaren’ naar alle waarschijnlijkheid tot nogal wat kwesties, vragen, problemen en onduidelijkheden gaat zorgen is te verwachten en de eerste rechtszaken erover zijn al aan het ontstaan. En vele zullen er nog volgen.
Heb je ook zo ’n pensioen? Let op uw saeck!!

Belastingen versimpelen, Den Haag is ermee bezig

Zolang als ik in dit vak zit is het credo van de overheid: minder regels. Ik tel al die regelingen en wetten niet, maar puur op ervaring en intuïtie durf ik te stellen dat dat niet is gelukt, het worden er per saldo alleen maar steeds meer en ze werden vaak ook steeds ingewikkelder. Maar het moet ook gezegd: er worden ook regelingen afgeschaft en/of versimpelt.

De afgelopen week publiceerde de overheid een lijstje van de in 2023 en 2024 af te schaffen en/of te versimpelen regelingen (even doorklikken voor het lijstje, pdf). In 2023 waren dat 10 regelingen en in 2024 worden dat er 11, samen dus 21 regelingen die verdwijnen of simpeler worden. Mooi, zou je denken. Toch? Totdat je ook eens kijkt naar wat dat allemaal kost en oplevert. Vooral dus oplevert: alle 21 regelingen leveren de overheid meer belastinggeld op, of ze zijn neutraal (kosten niks, brengen niks op). In totaal levert dit alles de overheid dus ruim 12 miljard meer belastinginkomsten op. Per jaar. Van die 21 regelingen gaan er (minstens) 15 over belastingen voor ondernemers, dus als je je afvraagt waar je geld blijft….

Box 3: nog even wachten op definitieve oplossing

Als ik het over de Box3-perikelen heb zijn er twee kwesties die spelen. De eerste is hoe de overheid zich gaat redden uit de puinhoop die er sinds 2016 is ontstaan en de tweede is hoe de overheid de door de rechter afgedwongen nieuwe belastingheffing straks definitief gaat organiseren.

Beginnen we deze keer eens met de tweede kwestie: hoe moet de belastingheffing op (inkomsten uit) vermogen geregeld worden? Het eerste plan was om vanaf 2025 een nieuwe wet te hebben, maar dat ging niet lukken. Het werd 2027. En dat gaat ook al niet lukken, heeft StasFin van Rij vorige week in de Tweede Kamer gezegd.
Copy/paste citaat: “Uit de analyse blijkt dat het nieuwe stelsel naar verwachting (te) complex is voor belastingplichtigen (ca 1,6 mln) die bezittingen hebben waarvan geen gegevens vooraf ingevuld kunnen worden door de Belastingdienst. Het wordt de verantwoordelijkheid van de burger om van deze gegevens een juiste en volledige administratie bij te houden voor het invullen van de aangifte en eventuele controle. Naar verwachting zullen deze burgers daarom een groter beroep doen op de dienstverlening van de Belastingdienst, en/of een (fiscaal) dienstverlener inschakelen. Een intensief communicatietraject zal cruciaal zijn om de belastingplichtige te helpen bij het doen van de aangifte. Door de toegenomen complexiteit en beroep op het doenvermogen van de belastingplichtige blijft het risico dat belastingplichtigen niet tijdig, juist of volledig hun aangifte kunnen doen.”

Het wordt dus voor ons als simpele belastingplichtigen te ingewikkeld! Zo! Misschien maar niet zo doen dan?
Anyway: dit gaat dus allemaal nog wel even duren. Liedje!
En ondertussen? Gewoon roeien met de riemen die we hebben en misschien wordt de hele Box3 wel overbodig.

Kans op wanbetaling stijgt

Wat lees ik nu: de betalingstermijn van facturen loopt op, met gemiddeld 2 dagen naar 76 dagen! En zowaar: ‘Brussel’ onderneemt actie. Huh? ‘Brussel onderneemt actie’? Welke actie dan? Wetgeving! Maar goed: blijkbaar stijgt dus de gemiddelde betalingstermijn. Klopt dat ook bij jou?

Iedere ondernemer weet dat een oplopende betalingstermijn voor problemen zorgt in de financiële huishouding van bedrijven. Geld later binnenkrijgen betekent dat er ergens anders geld vrijgemaakt moet worden en meestal gebeurt dat bij de leveranciers, andere crediteuren en/of de Belastingdienst. Wat daar dan dus vervolgens ook weer leidt tot….
Geld lenen is ook een optie, maar geld lenen is de laatste tijd ook best prijzig geworden, extra kosten dus.
Maar, zoals al opgeschreven, ‘Brussel’ komt te hulp met extra regels. Dus lukt het even niet: bel Brussel!
Je kunt natuurlijk ook je klant bellen waar je geld blijft……

Handhavingsmoratorium loopt af

Het ‘handhavingsmoratorium’, ik schreef er hier een paar weken geleden al uitgebreid over. De Belastingdienst gaat weer doen wat ze moet doen: de wet handhaven. Bijvoorbeeld bij het nagaan of iemand die werk voor je doet dat doet als zelfstandig ondernemer (dus met een factuurtje aan het eind) of als (pseudo-) werknemer (dus op de loonlijst of via een uitzendbureau). Doel (onder andere): de ontzagwekkende groei van (hele) kleine ondernemers die eigenlijk gewoon werknemers zijn te stoppen.

Op Youtube staat een (vind ik) interessante discussie tussen deskundigen en de Belastingdienst hierover. Kijken kost je wat tijd, maar geeft een mooi inzicht in de onderliggende gedachten en plannen. Het is niet alleen interessant voor degenen die mensen voor klussen inhuren, ook voor degenen die zich voor die klussen laten inhuren. Voor de eerste groep wordt het leven er langzaamaan wat moeilijker op gemaakt en voor de tweede groep ook.

Alleen ondernemer zijn betekent niet automatisch ook zelfstandigenaftrek

De Zelfstandigenaftrek: de leukste aftrekpost voor ondernemers (hoewel: de MKB-winstvrijstelling is ook best aardig). Even kort samengevat: om voor zie aftrekpost in aanmerking te komen moet je ondernemer zijn en tenminste 1.225 uur in je onderneming gewerkt hebben in het belastingjaar. Heb je naast je bedrijf ook nog een baan in loondienst dan gelden er aanvullende regels, maar dat laat ik nu even voor wat het is. Op jaarbasis dus 1.225 uur, dat is (bij 45 werkweken) dus ongeveer 27 werkuren gemiddeld per week. Je moet ook kunnen aantonen dat je die 1.225 uren gedraaid hebt, alleen maar roepen dat dat zo is, is niet genoeg. So far so good.

Onze lieve heer heeft soms rare kostgangers, dat wisten onze voorouders al. Dit is er een van. Hij (of zij?) is een fiscaal en juridisch adviseur en weet (zou je denken) de weg dus wel te vinden. De juridische weg kende de adviseur wel, maar onderweg raakte ‘ie toch wel wat de weg kwijt in de procedures en regels. Een rare kostganger, een volhoudertje, maar toch een rare kostganger.
Hoe dan ook: de belangrijkste les uit het hele verhaal is dat de Zelfstandigenaftrek claimen ook betekent dat je een bewijslast op je schouders neemt. Nee, alleen het zijn van ondernemer is niet voldoende om aan te tonen dat je voldoende uren hebt gewerkt.

Minimumbelasting voor miljonairs?

We hebben het er al jaren over, wat zeg ik: decennia, of eeuwen – ook goed: moeten de superrijken niet meer belasting betalen? Superrijken als in: miljardairs. Plannen zijn gemaakt, ideeën opgeworpen, ballonnen opgelaten en voorstellen gedaan. Maar het is er eigenlijk nooit echt van gekomen, af en toe hier en daar een beetje. Het idee is –zo schrijft het demissionaire kabinet– een prioriteit.
Miljonairs heten in die prioriteit HNWI ’s (High Net Worth Individuals, hoe verzinnen ze het – en moet dat nou echt weer in het Engels?). Er gaat dus aan gewerkt worden: stapsgewijs, met onderzoek en oplossingsgericht. Stevige taal dus.
Ondertussen komt bovendrijven dat de rijkste Nederlandse al jaren een profijtelijke belastingconstructie gebruikt om het betalen van belasting zoveel als mogelijk te ontwijken. De regering gaat op onderzoek uit, of ze die 30 miljoen per jaar ook nog kunnen vangen en of er nog meer geld te halen valt. Succes!

Anoniem melden: daar moeten regels voor komen

Onze huidige maatschappij wil overal regels voor maken, zelfs voor het stiekem klikken over ‘misstanden’. Voor dat klikken zelf zijn natuurlijk geen regels nodig, dat gebeurt gewoon – of niet. En dat al heeeeel erg lang. Soms terecht, soms onterecht. Soms is het kinnesinne, soms is het terecht.
Uit de oude doos herinner ik me nog een bespreking op het belastingkantoor, in die kamer stond een enorme kast met grote sloten. Toen ik vroeg wat daar in zat vertelde de belastingambtenaar grijnzend dat daar alle klikbrieven in bewaard werden.
Officieel mochten ze daar niks mee doen, maar ze hadden ze natuurlijk wel gelezen.
Anyway: er komt een internetconsultatie over hoe dit geregeld moet gaan worden. Voor wie er zin in heeft.

Maakt ander regime lijfrente (weer) populair(der)?

De oudjes onder ons kennen ‘m vast nog: de lijfrente, voor ondernemers (en ook werknemers trouwens) een manier van sparen voor de oudedag. Sterker nog: tot voor nog niet zo heel lang geleden de enige manier, afgezien van het bedrijfspensioenfonds dan. Sinds een jaartje of 10 is er nu ook ‘banksparen’, zelfde idee (sparen voor de oudedag), andere aanpak. En meestal andere uitvoerders: een lijfrente zit bij een verzekeraar (en/of eigen B.V.), banksparen (de naam zegt het al) bij banken. Beide ‘producten’ werken fiscaal wel ongeveer hetzelfde: de inleg of premie is aftrekbaar, de uitkering is belast.

Tussen lijfrentes en banksparen zitten qua aanpak dus ook verschillen. Kort gezegd: een lijfrente geeft een uitkering zolang de verzekerde nog in leven is (vandaar dus lijf….), daarna meestal 70% voor zijn/haar partner en als die er (ook) niet meer is: meestal 30% aan de kinderen. Zijn die er allemaal niet meer dan vervalt het dan nog overblijvende gespaarde bedrag aan de verzekeringsmaatschappij. Bij banksparen werkt dat meestal anders: overlijdt de ‘verzekerde’ dan stopt meestal de uitkering, maar valt het restbedrag in de erfenis. Dit alleen al en de ‘versingeling‘ van de maatschappij daarbij opgeteld maakte de lijfrente impopulair, logisch.
Door de nieuwe pensioenwet verandert dit: ook voor een lijfrente wordt de uitvoering (uitkering) flexibeler. Dus wie een lijfrentepolis heeft liggen: stof ‘m eens af en ga eens kijken.

Box 3: pas na de zomer uitspraak Hoge Raad

De Hoge Raad heeft laten weten dat de uitspraak waar iedereen op zit te wachten pas na de zomer zal komen. Het is natuurlijk ook best ingewikkeld allemaal en het kost vadertje Staat mogelijk ook heel veel geld. Ondertussen lopen er veel zaken bij lagere rechters die verschillende uitspraken doen en dat maakt het er ook niet gemakkelijker op. Want: wel of niet rekening houden met (ongerealiseerde) koers- of waardewinsten, wat te doen met de kosten van beleggingen en wat te doen met beleggingsverliezen? Om maar eens wat te noemen.

Na de zomer dus. Tot die tijd legt de Belastingdienst ook geen definitieve aanslagen meer op waar ook maar € 1 Box3-vermogen in zit. Dan kunnen we na de zomer met z’n allen ook eens gaan kijken naar de onderliggende kwesties, zoals wat te doen met de fiscale inkomensherverdeling bij fiscale partners en dus ook de exacte definitie van vermogenswinsten (en -verliezen). De nieuwe regering kan -als alle verwachtingen uitkomen- gelijk al een stevig belastingverlies in de boeken bijschrijven en someone has to pay the bill. Bezitters van huizen voor de verhuur wachten inmiddels al niet meer, die verkopen. Leuk voor eigen woningbezitters, minder leuk voor huurders.