De toekomst van het (ons?) pensioen

Ik schreef er hier al eerder over: de regering wil het huidige pensioenstelsel ingrijpend verbouwen, mede ook door het gesloten ‘pensioenakkoord’ van een paar jaar geleden. Ingewikkelde materie, dat pensioen. Ik mag wel zeggen: erg ingewikkeld, om niet te zeggen: gigantisch complex. Bovendien: in de pensioenpotten (pijler 2) zit zo ’n 1.500 miljard aan gespaard geld en dat moet gaan worden herverdeeld over tig miljoen gerechtigden, ga er maar aan staan.

Ingewikkeld dus? Zeker. Een heel korte uitleg. Ons stelsel voor de oudedag bestaat al sinds de jaren ’50 vorige eeuw uit 3 pijlers.
De eerste pijler is de AOW waarop (bijna) iedereen die in NL woont (of woonde) aanspraak heeft: een vast bedrag per jaar en betaald door iedereen die nu belastbaar inkomen in NL heeft, het is dus een zogenaamd ‘omslagstelsel’: de huidige AOW ‘ers worden betaald door de huidige werknemers, ondernemers en uitkeringstrekkers.
De tweede pijler zijn de Bedrijfs(tak)pensioenfondsen (zoals ABP, PGGM, Horeca, Metaal) die -via de werkgevers- geld ophalen voor de werknemers en daar de ‘verzekerden’ (de werknemers) een uitkering van betalen. Hier wordt dus gespaard, vandaar die 1.500 miljard Euro. Deze pijler kent een behoorlijke vorm van collectiviteit (solidariteit). In principe beloofden die fondsen een pensioen, gekoppeld aan het inkomen dat een werknemer verdiende voordat hij/zij ‘met pensioen’ ging plus jaarlijkse indexatie, maar die koppeling is al een hele tijd (jaren) feitelijk losgelaten. Overigens zit daar nu weer wat beweging in.
De derde pijler zijn de particuliere voorzieningen voor de oudedag zoals lijfrentes en banksparen. In deze derde pijler zitten dan dus ook vooral de (ex-)ondernemers die immers niet in de tweede pijler terecht konden. Ook hier wordt gespaard, maar dan individueel en voor eigen rekening en risico.

De door de regering gewilde hervorming gaat vooral over de tweede pijler die in de plannen grotendeels wordt afgeschaft en omgevormd tot (een soort van) persoonlijk spaarpotje (a la de derde pijler dus), met nog een klein stukje collectiviteit erin. Of die hervorming wijs is weet ik ook niet. Wat ik wel weet is dat er in het debat in de Tweede Kamer (en ook op andere plekken) heftig verweer gevoerd wordt. We konden in dat debat onder andere een tot de tanden gewapende Pieter Omtzigt zien die zoveel vragen stelde en zoveel kritiek had dat hij daar ruim 1,5 uur voor nodig had. Wie dit staaltje analyse wil zien, op YouTube kun je ervan genieten (want genieten is het, vind ik). Straks moet de minister (Carola Schouten) op al die vragen en kritiek gaan antwoorden en ik verheug me daarop. Afgelopen zomervakantie liep ik rond in het Colosseum in Rome en dit debat gaat lijken op een strijd op leven en dood tussen de minister en (o.a.) Omtzigt. Arme minister.

Overheid gaat in 2023 MKB ‘stimuleren’

Er komt – tenminste volgens vele deskundigen – een (stevige?) economische crisis aan. Om met onze grote Nederlandse filosoof te spreken is dat ook logisch, want na de zeven vette jaren (nou ja, vet: Corona heeft het veel bedrijven erg moeilijk gemaakt natuurlijk) volgen logischerwijs de zeven magere jaren. Onze immer vooruitziende regering gaat dus in 2023 het MKB met diverse maatregelen stimuleren, tenminste: dat vinden ze zelf.

Als ik mijn kwartje in de collectebus mag doen vind ik het nogal tegenvallen allemaal. Er zullen zeker bedrijven zijn die van deze maatregelen meer financiële ruimte krijgen, maar daar staat voor zeker het kleinbedrijf dan tegenover de belastingverzwaringen (zoals vooral de snellere verlaging Zelfstandigenaftrek, de in het aangehaalde artikel genoemde verhoging van de autobelasting en het afschaffen van de middeling). Maar goed: een gegeven paard kijken we niet in de bek natuurlijk.
Tegelijk loopt de arbeidsproductiviteit terug, zo berekende het CBS en zijn bedrijven naarstig op zoek naar geld. En niet onbelangrijk ook in dit verband: vanaf 2025 wordt ineens de fiscaal redelijk profijtelijke IACK (Inkomens Afhankelijke Combinatie Korting) afgeschaft, dus kindjes krijgen wordt vanaf 2025 fiscaal veel minder profijtelijk, met die productiviteit gaat het dus de komende tijd vast niet veel beter.
Verwarrende tijden allemaal, zeker voor ons als ondernemers.