We zitten nu met z’n allen (nou ja, allen – een ruime 2 miljoen Nederlanders) al zo ’n 1,5 jaar in de kermiscarrousel die de Box 3-belasting inmiddels is geworden. Eind 2021 kwam de Hoge Raad met zijn inmiddels befaamde uitspraak (het ‘kerstarrest’) en sindsdien is het bal. De regering deed er tot medio 2022 over een een tijdelijk verbandje te leggen (het ‘rechtsherstel’) met een aangepaste berekening van de te betalen Box 3-belasting, deels ook met terugwerkende kracht. Ondertussen loopt het storm bij de belastingdiensten en rechtbanken die inmiddels via een ‘luctor et emergo-beleid’ krampachtig proberen boven de stapels dossiers uit te blijven kijken.
Nog even kort samengevat.
Tot en met december 2021 gold de bestaande wet (die wet is er overigens formeel nog steeds): na aftrek van een vrijstelling een vast percentage belastingheffing over de waarde van het bezit in Box 3. Vanaf het rechtsherstel is er sinds medio 2022 dus een gestaffelde belastingberekening met verschillende heffingspercentages per categorie bezit en schuld. Uit die twee berekeningen mag de belastingplichtige dan de voor hem/haar gunstigste kiezen en laten toepassen (met als gevolg soms bizarre verschillen overigens).
Maar de trein rijdt gewoon door en belastingplichtigen blijven massaal in bezwaar gaan tegen die aanpak omdat ze vinden dat ook die aanpak geen recht doet aan hun situatie en zij worden inmiddels vaak gesteund door rechters die vinden dat er belast moet worden op het werkelijk behaalde rendement in plaats van de waarde van het bezit. De hoogste rechter (de Hoge Raad dus) moet daar nog een uitspraak over doen, dus tot dan blijft onduidelijk wat het definitief gaat worden. Maar inmiddels is er dus ook een derde berekeningswijze ontstaan (het heffen over het werkelijke rendement), die alleen (nog) niet door de Belastingdienst wordt toegepast.
Alle bezwaren zijn door de Belastingdienst inmiddels gebundeld in vier ‘massaal bezwaar procedures’.
Wat ik in januari 2022 hier al schreef: en het bleef nog lang onrustig in het fiscale land.
Voorpagina
Belastingregels werken nogal eens niet
Het ministerie van Financiën heeft een behoorlijk diepgravend onderzoek gedaan (of beter: laten doen) naar het functioneren van haar eigen fiscale regelingen en het resultaat van dat onderzoek is nogal deprimerend: van de 116 regelingen dragen er 11 bij aan een efficiënte realisatie van het doel van die regeling. Dus 11 van de 116, net geen 9,5%! Nogal wat regelingen zijn achterhaald, het is onduidelijk wat er eigenlijk mee wordt beoogd en/of wat ermee wordt beoogd wordt niet bereikt of ze zijn zo ingewikkeld (geworden) dat de belastingbetaler erg veel hulp nodig heeft om ze te laten werken.
Een kort overzicht van de onderzochte regelingen vind je hier (pdf). Als je dat lijstje bekijkt zie je dat alleen regelingen voor de Inkomsten- en Vennootschapsbelasting plus een hele rij fiscale rariteiten zijn bekeken.
Als we toch bezig zijn, doe zo ’n onderzoek dan ook een voor de Btw, zou ik denken… Oeps, zo ’n (deel-)onderzoek was er al: de slechte werking en het slechte effect van het 9% Btw-tarief. Hier iemand met een mening daarover.
Terug naar het onderzoek: grappig is dat de enige regelingen die zich op 5 goede (groene) beoordelingen kunnen verheugen de ‘stadsverwarmingsregeling’ en de ‘vrijstelling zeeschepen’ zijn (wie kent ze niet?). Opvallend ook: de regelingen voor eigen woningbezit en hypotheekrenteaftrek komen er niet echt goed uit.
In totaal gaan de onderzochte regelingen over bijna 150 miljard aan jaarlijkse belastinginkomsten, of anders opgeschreven: (meestal) gemiste belastinginkomsten. Zonder al deze regelingen zou de Belastingdienst dus zo ’n 150 miljard meer aan jaarlijkse belastinginkomsten ontvangen, we hebben het hier dus bepaald niet over ‘peanuts’.
Maar het kan nog erger: de Belastingdienst ziet ‘risico ‘s’ in de inning van zo’n 100 miljard belastinggeld: het innen zou wel eens niet goed (genoeg) kunnen gaan en het toezicht kan tekortschieten. Gevolg hiervan: de burger betaalt mogelijk zo ’n 100 miljard (jaarlijks!) te weinig!
In 2022 weer veel meer ‘ongebruikelijke transacties’ gemeld
Ken je die term: “ongebruikelijke transactie”? Nee? Dan wordt het hoog tijd. Het is zoiets als geld betalen aan iemand (e/o iets) dat anders gaat (of beter: lijkt te gaan) dan zoals de meesten onder ons dat doen. Stortingen, betalingen e/o opnames die ‘vallen buiten het gebruikelijke patroon op die bankrekening’ en daardoor (wellicht) een aanwijzing kunnen zijn voor het witwassen van geld e/o het financieren van terrorisme (ja, toe maar). Oftewel de Wet WWFT.
Voorbeeldje? Iemand die € 5.000 van zijn bankrekening contant opneemt.
Wie dit tot in detail wil weten: hier (doorklikken op ‘voorbeelden….’ laatste regel) vind je een uitgebreide lijst (pdf) van wat onze overheid vindt dat onder ongebruikelijke transacties valt. Kijk vooral ook naar deel ‘J’, dan weet je ook waar ik op moet letten. Zien we dus iets ‘ongebruikelijks’ dan moeten wij dat rapporteren aan het FIU.
Dat rapporteren is vorig jaar weer stevig gedaan lezen we hier: bijna 2 miljoen keer. Zo! Verreweg de meeste meldingen komen overigens van banken (weet je dat ook weer).
Opvallend ook: van die (toch bijna) 2 miljoen meldingen bleken er een kleine 92.000 werkelijk verdacht, een kleine 5% dus. Al dat werk…. voor zo weinig resultaat.
01 juli: tijd voor veranderingen
01 januari is een bekende datum voor het door-/invoeren van nieuwe regels. 01 juli is dat – meestal wel wat minder – ook, zo ook deze 01 juli 2023. Nieuwe regels en tarieven dus, en dat niet alleen bij de overheid.
Een hoger minimumloon (+ 3,13% bruto) en ook hogere huren (+ 3,1%, of anders – ingewikkeld) bijvoorbeeld.
Een mooi overzichtje van de veranderingen vind je hier.
Opvallend: het digitale Coronabewijs is afgeschaft op 01 juli, je weet nog: de QR-code met vinkje. De nieuwe pensioenwet gaat ook in, daar merken we nu nog niet zoveel van overigens maar die trein is nu wel vertrokken richting het eindstation in 2027.
Belastingdienst schaft zich een nieuw Btw-programma aan
Dat het al jaren niet zo goed gaat met de automatisering bij de Belastingdienst is geen nieuws meer. De laatst (bekende) kwestie was de wens van de 2e Kamer om groente en fruit met 0% Btw te belasten in plaats van de 9% die nu geldt. Dat idee gaat voorlopig niet door omdat de systemen van de Belastingdienst zoiets niet aankunnen. Trouwens ook omdat ze die verandering daar maar een ingewikkelde kwestie vinden: wat is precies groente en wat is precies fruit? En hoe zit het bijvoorbeeld met groente in een potje, of in blik? En hoe zit het met ‘kers op de taart’ (deze term is inmiddels ook al ingeburgerd als bijnaam voor deze kwestie: het dossier ‘kers op de taart’ .. ;-).
De discussie over nut en noodzaak van deze verandering is overigens ook nog lang niet uitgewoed. Getuige onder andere dit artikel: de Belastingdienst zelf ziet het helemaal niet zitten allemaal, en daar zijn ze niet de enige in. Maar hoe dan ook: het is wel een mooie aanleiding om alvast te beginnen aan een ingrijpende verbouwing van alle Btw-software die de Belastingdienst gebruikt om het hele Btw-gebeuren in de hand te houden. Dat (ver-)bouwen gaat 190 miljoen kosten (excl. Btw….. ;-)). Wedje leggen? Dit gaat (minstens) 2x zo lang duren en wordt (minstens) 3x zo duur.
En die 0% Btw op groente en fruit? Er komt dus een nota.
Update: was wel nodig, die aanschaf van een nieuw programma….. Tjonge….
Trein beperking aantal zelfstandigen rijdt door
De regering gaat in hoog tempo verder met het doorontwikkelen van nieuwe wetgeving om het onderscheid tussen ‘zelfstandige’ en ‘werknemer’ scherper te krijgen. Daardoor (aldus de regering) wordt de positie van werknemers sterker, en ook die van de ‘schijnzelfstandigen’ die met de komende nieuwe regels sneller ‘werknemer’ zullen zijn. Vorige week publiceerde de regering een voortgangsnota (als antwoord op vragen uit de Tweede Kamer).
Centraal in het denken van de regering staan de begrippen ‘instructies en toezicht’ en ‘inbedding’. In principe is iemand die (vaak letterlijk) in de organisatie van een opdrachtgever werkt en ook krijgt voorgeschreven wat te doen geen zelfstandige, maar werknemer, en is de opdrachtgever dan dus ook geen opdrachtgever, maar werkgever (met alle juridische, fiscale en sociaalrechtelijke verplichtingen van dien).
Als die iemand per uur betaald wordt en per uur meer krijgt dan een bepaald uurbedrag (nog vast te stellen) is dat dan weer niet zo, tenzij die ‘instructies en toezicht’ en ‘inbedding’ zo dominant zijn dat een hoog uurtarief ondergeschikt is. Kortom: een (de zoveelste) poging een grens te trekken tussen wat een werknemer is en wat een echte zelfstandige (zzp ‘er, zmp ‘er, dga met een eigen B.V.). Ik las ook de column van iemand die hier een mening over heeft (hoor je het ook een van een ander).
Over enige tijd komt er ook een internetconsultatie waar iedereen zijn/haar plasje over de plannen mag doen.
Zoals het plaatje bij dit artikel zegt: ‘change ahead’, want dit gaat voor veel ondernemers die (al dan niet af en toe) hulp inhuren mogelijk grote veranderingen betekenen. Of niet natuurlijk…..
Het jaarverslag Belastingdienst 2022: € 307.000.000.000 opgehaald
Vorige week schreef ik hier over het jaarrapport van de nieuwe inspectie die de belastinginspectie inspecteert. Afgelopen week publiceerde die Belastingdienst zelf haar jaarverslag 2022.
Lang verhaal kort: in 2022 haalde die Belastingdienst 307 miljard aan belastingen en premies op. Met zo ’n 17,5 miljoen inwoners is dat dus gemiddeld ruim € 17.500 p/p. Ander sommetje: bij de Belastingdienst werken nu zo ’n 25.000 mensen die dus p/p zorgen voor een ruime € 13 miljoen aan omzet inkomsten (zo, dat is nog eens een arbeidsproductiviteit!).
Altijd leuk, zo’n jaarverslag. Vind ik dan, ik pluk er een paar leuke punten uit.
De Belastingdienst ziet in haar clientèle 3 groepen: burgers (particulieren), MKB en Grote Organisaties en Ondernemingen. De groep burgers was blijkbaar het meeste werk, met de minste opbrengst: 6,5 miljard. Het MKB bracht 99 miljard op en de Grote Ondernemingen 202 miljard. ‘Eerlijk’ is deze vergelijking natuurlijk niet omdat veel belastingheffing nou eenmaal via ondernemingen loopt (denk aan de Btw, Loonheffing) terwijl ze feitelijk en uiteindelijk door die burgers betaald worden.
Ander interessant feitje: in 2022 werden er 8.707 boekenonderzoeken uitgevoerd met als resultaat € 839 miljoen aan naheffingen en navorderingen, gemiddeld dus ruim € 96.000 per boekenonderzoek. Dus: als ze langskomen …..
Ook interessant: wat vindt ‘men’ van de prestaties van de Belastingdienst? Dat staat in de bijlage: de Belastingdienst scoort van een ruim 6je tot een mager 7tje. Je gaat ermee over (want geen onvoldoendes), maar een voorteken van een glanzende carrière is het niet.
Laatste leuke feitje wat mij betreft: er zijn 674 dossiers van zeer vermogende medelanders en die krijgen natuurlijk ‘speciale aandacht’. Logisch, dat doet ieder bedrijf bij zijn grote klanten.
Jaarverslag Inspectie Belastingdienst 2022
Laat ik nou toch altijd gedacht, en geleerd, hebben dat de Belastingdienst een ‘inspectie’ van de overheid is, vandaar ook de inmiddels wat verouderde term Inspecteur van Belastingen. Een inspectie controleert -in overheidsdenken- het wel en wee van iedereen die onder zijn werkgebied valt, als het dus over belastingen gaat: iedereen. Inspecteren of iedereen doet wat ‘ie moet doen en zo niet: corrigeren. Maar zo is het dus blijkbaar sinds kort niet meer: er is een nieuwe organisatie: de Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane (IBTD) die de Belastinginspecteur controleert inspecteert.
Oké, dus een inspectie die een inspectie inspecteert.
Die (nieuwe) Inspectie heeft vorige week haar (eerste dus) nieuwe jaarverslag, over 2022, gepubliceerd. Dat jaarverslag ziet er -zoals dat tegenwoordig hoort- weer gelikt uit: mooie lay-out, veel omvattende, inclusieve foto ’s en geschreven in passende managementtaal. En natuurlijk ook met de gebruikelijke enorme hoeveelheid open deuren. Maar: met ook een leuk inkijkje in wat de overheid denkt dat wij allemaal belangrijk vinden. Leuke en leerzame lectuur dus als je een halfuurtje over hebt.
Ik heb trouwens nog wel een interessant onderzoeksgebied voor de IBTD: dit. Succes!
Box 3: het blijft aanmodderen
Nadat de Belastingdienst ruim een week geleden al besloot alle aangiften met een Box3-component erin aan te houden, dat wil zeggen: niet te verzegelen met een definitieve aanslag, blijft het rommelen achter de horizon. De ‘overbruggingsregels’ zijn nog steeds onzeker en het hele dossier is inmiddels een migrainedossier geworden voor de 2e Kamer (en kan dus op de stapel crisisdossiers).
Kort samengevat gaat het er nu om dat rechterlijke uitspraken er steeds vaker op wijzen dat de Belastingdienst slechts de werkelijk behaalde rendementen mag belasten en niet die fictieve rendementen die de overheid heeft vastgesteld. Dat is om vele redenen nogal lastig, al is het alleen maar omdat die werkelijke rendementen vaak niet (volledig) bekend zijn bij de Belastingdienst omdat ze daar nooit om vroegen. Het wachten is nu op een uitspraak van de Hoge Raad hierover.
StasFin van Rij gaat inmiddels dapper door met zoveel als dat kan deze nu woedende veenbrand te blussen en tegelijk te werken aan een oplossing om vanaf 2027 al deze onduidelijkheden op te lossen. Het werkveld bemoeit zich inmiddels ook al met de perikelen: de RB (de organisatie van Belastingadviseurs) komt met het idee om beleggingen in panden (voor de verhuur of als 2e huis) te verhuizen van Box 3 naar Box 1, sterker nog zelfs: schrap de hele Box 3.
Ondertussen laat ook de rechterlijke macht van zich horen: het aantal rechtszaken wordt onbeheersbaar.
De overheidsplannen voor (de rest van) 2023
Rond deze tijd van het jaar brengt de regering altijd de ‘Voorjaarsnota’ uit, een aanvulling op de eind vorig jaar aangenomen plannen en begrotingen voor 2023 (en later) en er staat dit jaar nogal wat in die Voorjaarsnota 2023.
De ‘gratis’ kinderopvang gaan we voorlopig nog even niet doen bijvoorbeeld. Het STAP-budget wordt afgeschaft.
Verder zijn er nog de nodige plannen voor de wat verdere toekomst in de nota opgeschreven, daarvoor verwijs ik kortheidshalve naar prima samenvattingen die al door anderen zijn gemaakt. Enjoy!