MinFin Heinen komt tot de conclusie dat het anti witwasbeleid is vastgelopen in regelzucht. Goh.
Inmiddels blijkt bijvoorbeeld zo ’n 20% van alle bankmedewerkers bezig te zijn met het controleren en analyseren van ‘ongebruikelijke transacties’ bij hun klandizie. Het aantal meldingen van zulke ‘ongebruikelijke transacties’ is opgelopen van zo ’n 700.000 (2020) naar 2.300.000 (2023). Per jaar!
Dat grote aantal en die grote toename is overigens ook weer aan de steeds verder doordringende regelgeving te wijten. Geef je iets ‘ongebruikelijks’ namelijk niet door aan de bevoegde instanties, dan loop je het risico op een stevige boete. Dus geldt vaak het motto ‘better safe than sorry’ en schuift de kwestie door naar de volgende schakel in de keten.
We gaan het allemaal meemaken straks, die eenvoudigere regels. Toch? Tijd voor een liedje.
Henk
Gaat AI de accountant vervangen?
Goeie vraag, toch? Volgens de ING is het antwoord op die vraag: ja. Of ja, grotendeels ja. Dus zal het – volgens de ING – niet lang meer duren voordat de telefoon wordt opgenomen door ChatGPT (sterker nog: dat gebeurt al – wie kent inmiddels de chatbot niet?) en de mail door GROK of Co-pilot beantwoord wordt. Of toch niet? Of niet helemaal?
Ja, weet ik veel. Wat de ING aandraagt zijn goede argumenten, alleen herinner ik me ook nog heel goed dat dat eind 19honderd, begin 2000 ook gezegd werd van ‘het internet’ (weet je nog, de internetbubbel?). En rond 1990 door de toen snel opkomende PC. Wat is daar van uitgekomen? Er is inderdaad veel veranderd in mijn vakgebied, heel veel. De datatypist(e) van voor die tijd bestaat inderdaad niet echt meer (hoewel ook niet helemaal verdwenen) en er zijn veel eenvoudigere administratieve banen afgeschaft. En toch ook weer niet; er zijn de afgelopen decennia veel van die werkzaamheden door de moderne techniek overgenomen, maar daarvoor zijn dan weer veel andere banen in die sector teruggekomen, met name in de data-analyse die door automatisering veel betere en snellere verwerking van gegevens mogelijk maakt.
Maar: het blijft zeker een intrigerende kwestie. We gaan het zien. Hoe zit dat trouwens in jouw vakgebied?
(Schijn-)zelfstandigheid: wat gebeurt er nu?
De afgelopen week zag ik tegenstrijdige berichten over de voortgang van het strak aangetrokken beleid rond de schijnzelfstandigen vanaf 2025. Aan de ene kant (zegt het CBS) haken zelfstandigen massaal af, 28.000 zelfstandigen hielden ermee op. Volgens de KvK valt het allemaal nogal mee, het aantal zelfstandigen stabiliseert.
Tja, wat is het nou? En helaas, ik weet het ook niet.
Zoals zo vaak heeft ook deze medaille inmiddels een andere kant gekregen.
Belastingdienst jaagt op erf- en schenkconstructies
Wie rijk is heeft iets te verliezen en wie iets te verliezen heeft doet meestal zijn best dat verlies zo klein mogelijk te houden. Logisch toch? Om dat te doen worden de meest creatieve en kunstige constructies opgetuigd om onderweg zo min mogelijk geld te verliezen aan de grootste struikrover onderweg: de overheid.
Deze bijvoorbeeld kende ik ook niet: de grond onder je huis verkopen aan een stichting die beheerd wordt door je kinderen. Tjonge.
En zo doet (bijna?) iedereen zijn best het geld binnenboord te houden. Toch? Of doe jij dat niet dan?
Box3: chaos dreigt?
Deze maand (is het plan, gaat het ook gebeuren?) komt de Belastingdienst met de definitieve regeling voor degenen die bezwaar willen maken tegen de belastingbetaling Box3 volgens het forfaitaire systeem, dat is dus de tegenbewijsregeling. Nog even kort samengevat: via die nieuwe tegenbewijsregeling kunnen mensen vragen (eisen) belasting te betalen over het werkelijk behaalde rendement in plaats van het theoretische, forfaitair berekende rendement.
Dat dat tot een ingewikkelde toestand gaat leiden weet iedereen (die een beetje is ingevoerd in deze materie) al lang. De organisatie van belastingadviseurs wijst daar nog eens op in een reactie. Mooi citaat uit het gelinkte artikel daarover: “De kern van het probleem zit in de mismatch tussen de ambitie van de wet en de praktische uitvoering. De Wet Tegenbewijsregeling box 3 moet belastingplichtigen de kans geven om aan te tonen dat hun werkelijke rendement lager ligt dan het forfaitair veronderstelde rendement. Maar de weg daarnaartoe blijkt bezaaid met juridische voetangels, onvolledige regelgeving en een ingewikkeld digitaal aangifteproces waarvoor veel belastingplichtigen simpelweg het ‘doenvermogen’ niet hebben, aldus het RB. Vooral partijen zonder fiscaal adviseur zouden in de knel kunnen komen, juist nu de Belastingdienst en de adviessector gebukt gaan onder personeelstekorten”.
Capiche? Een stapeling van problemen op basis van een wankele regeling dus. Ik doe er alvast maar een liedje bij.
Ook leuk: de belastingadviseurs hebben ook een onderzoek gedaan naar hoe in andere landen belasting op vermogen wordt berekend. Nederland moet het weer zo nodig anders doen en waarom? Omdat de overheid het geld (te) hard nodig heeft?
Weer veel aangiften bij de Belastingdienst binnen
De Belastingdienst deelde mee dat er voor 01 mei al 10,3 miljoen aangiften Inkomstenbelasting waren ingediend. Zo, dat zijn er heel wat! Ook zijn er 3,2 miljoen verzoeken voor uitstel ingediend en dat betekent dus dat er -tenminste- 13,5 miljoen aangiftes Inkomstenbelasting ingediend gaan worden. Of meer, dat kan ook nog.
Dertien komma vijf miljoen! We zijn volgens mij met zo ’n 18 miljoen inwoners in NL en dus doet 75% van ons (kinderen en ouden-van-dagen meegeteld) aangifte Inkomstenbelasting blijkbaar, wat dan maar weer eens bewijst dat ons belastingsysteem veel te ingewikkeld is geworden. We hebben allerlei voorheffingen opgetuigd die ervoor moeten zorgen dat iemand bij ontvangst van het inkomen al voldoende belasting heeft afgedragen (de loonheffing dus vooral, een technisch enorm complexe wetgeving) en blijkbaar werkt dat dus niet, althans niet in minstens 75% van de gevallen. Misschien toch maar eens iets doen aan het versimpelen? Scheelt een hoop werk, voor de overheid en voor ons. Toch?
De belastingplannen voor 2026
Regeren is vooruitzien, dus als de regering komt met haar fiscale plannen voor 2026 is het opletten geblazen. Vooralsnog (want er komt vast nog wel wat meer) is het allemaal niet enorm revolutionair, klein grut vooral. Maar vele kleintjes maken vaak wel een grote, dus we gaan even kijken.
Voor zakelijke auto ’s en fietsen wordt er nogal wat veranderd en dat geldt ook voor allerlei milieugerelateerde heffingen en heffingssystemen. Voor Box 3 wordt de heffing op overige bezittingen (2e huizen, verhuurde panden, aandelen, crypto e.d.) weer stevig verhoogd naar 7,78% en het heffingsvrije vermogen wordt stevig verlaagd, dus wie vermogen heeft moet meer gaan betalen – zeker wie meer heeft dan alleen (spaar-)geld.
De ’tabelcorrectiefactor’ (TCF) wordt niet volledig doorgevoerd (TCF is de aanpassing aan de inflatie), oftewel: de heffingskortingen lopen niet mee met de inflatie en dus wordt de belastingheffing hoger want de aftrek volgt de inflatie niet.
Samengevat: het wordt er in 2026 fiscaal allemaal weer niet goedkoper op, en dan zijn we nog niet eens in 2026 aangekomen. Wat ze een jaar geleden voor 2025 bedacht hadden blijkt soms ook al een dure grap te zijn.
ANBI en SBBI regels onderzocht
Al sinds jaren kennen we de ANBI- en SBBI-regelingen, eigenlijk een formalisering van het gebruik om giften en schenkingen aan goede doelen te geven dat NL al heel lang kent (in 2022 goed voor ruim 5 miljard aan giften en schenkingen). Het voordeel van de regeling zou moeten zijn dat de instellingen voor goede doelen weten aan welke regels ze zich moeten houden en dat de gevers weten dat ze aan een te goeder naam en faam bekendstaande organisatie geven. En natuurlijk ook dat de Belastingdienst de gevers en ontvangers fiscaal uit de wind houdt.
Wat we weten is dat er van die regelingen ook misbruik gemaakt is en daarom heeft de regering onderzocht of de regelingen wel voldoende efficiënt en doelmatig zijn. Harde conclusies kunnen blijkbaar nog niet getrokken worden, er zitten nog teveel zwarte gaten in het hele systeem. Er moet dus nog het een en ander aangepast en verbeterd worden en daar gaat de regering nu aan werken.
Het Coronatijdperk, week 261
Het is alweer zo ’n vijf jaar geleden dat we verbijsterd zaten te kijken naar compleet op slot zittende steden in China, in Bergamo rijdende legertucks met doodskisten en kennismaakten met het Outbreak Management Team. Ook in NL ging alles op slot en bedacht de overheid allerlei regelingen om de samenleving en de economie niet helemaal te zien veranderen in een ruïne.
Herinneren we ons dit allemaal nog?
Afgelopen week kwamen er twee zaken uit die oude doos weer bovendrijven.
De eerste was dat er nu nog zo ’n 120.000 bedrijven Coronaschulden hebben uit de toen bedachte betalingsuitstelregeling voor belastingen, in totaal staat er nu nog voor een kleine 6 miljard open aan afbetalingen. Gemiddeld is dat dus zo ’n € 50.000 per bedrijf. Een deel van dat geld gaat nooit meer binnenkomen bij de Belastingdienst, voor deze ondernemers zijn saneringsakkoorden gesloten of ze zijn failliet.
De tweede was een rechterlijke uitspraak waarin werd beschikt dat de TOZO-uitkering (weet je nog?) toch echt terecht fiscaal 50/50 was toegerekend aan beide partners, hoe vervelend dat soms ook financieel uitwerkte.
Beide zaken lopen nog wel even door, dus Corona is nog lang niet uit ons financiële systeem.
Voorjaarsnota: schaken met geld
Na blijkbaar 25 uur onderhandelen in de laatste fase is de coalitie ‘eruit’, ze zijn het eens over hoe het verder moet met de financiën van onze regering. Hele grote veranderingen gaan er niet komen, het is toch wat geschuif met stukken zoals in het middenspel bij schaken vaak gebeurt, wachten op een kans en tegelijk het verstevigen van de eigen posities.
Een paar zaken uit de lijst maatregelen zijn voor speciaal ondernemers wel van belang. Zoals het verlagen, en op termijn beëindigen, van de stakingsaftrek en het verlagen van de meewerkaftrek. Let ook op het verlagen van het maximum vermogen bij de Zorgtoeslag. Met dit soort maatregelen moeten we het de komende tijd dan maar weer doen dus.
Maar …. de btw-verhoging op cultuur, media en sport en dan wel weer van de baan.









