Woekerpolissen: komt boontje om zijn loontje?

Eind jaren ’80 (vorige eeuw dus) kwam er een fenomeen op: beleggings- en spaarpolissen. In allerlei vormen kwamen ze ineens op en werden ze ook ineens erg populair; ze beloofden namelijk vaak de financiële (en fiscale) hemel op aarde, kosten nauwelijks geld en brachten veel geld op. Met dank ook aan de overheid die die polissen fiscaal nogal vriendelijk behandelde. Inmiddels heten ze ‘woekerpolissen’ omdat het allemaal nogal tegenviel qua financieel resultaat, vooral omdat de kosten die banken en verzekeraars ervoor rekenden enorm waren (gemiddeld zo ’n 40%).

Er moeten er zo ’n 7 miljoen van afgesloten zijn, dus zo ongeveer 1 per huishouden. Geschatte gemiddelde schade per polis: € 10.000. In het Algemeen Dagblad (paywall helaas) wordt het hele verhaal redelijk duidelijk uitgelegd. Inmiddels zijn de rechtszaken van gedupeerden om hun geld terug te krijgen redelijk ver gevorderd. Heb je zo ’n polis? Zoek hem eens op, stof hem af en kijk eens of er voor jou ook nog iets van het verlies terug te halen is. Dat kijken kun je natuurlijk zelf doen, eventueel met hulp van de Consumentenbond. Of via een no cure no pay constructie via Consumentenclaim. Een mooi klusje voor de kerstdagen. Toch?