Onderzoek: Btw 9% werkt niet

Al sinds de invoering (in 1969 was dat) van de Btw (of beter opgeschreven: de Omzetbelasting, zoals ‘ie officieel heet) zijn er twee tariefgroepen: normaal (nu 21%) en verlaagd (nu 9%). Wetenswaardig: bij de invoering waren die tarieven nog 12% en 4% (voor wie nog gelooft dat de belastingdruk niet stijgt). De omzetbelasting levert de overheid in 2022 zo ’n 65 miljard op, een belangrijke bron van inkomen dus voor onze overheid: circa 20% van alle belastinginkomsten.

Dat er twee tarieven zijn heeft voornamelijk tot doel het mensen met een laag (lager) inkomen te helpen ook financieel zo goed mogelijk door het leven te lopen: wezenlijke zaken zoals voeding en drank zijn door het lage tarief immers goedkoper. althans: dat was vanaf het begin en is nog steeds de gedachte. Maar is dat ook zo? Om daar een idee van te krijgen liet de regering een onderzoek doen, het onderzoeksrapport is vorige week uitgekomen en wat is de conclusie? Niet dus: die 9% is duur, niet effectief en niet efficiënt. Sterker nog: het zijn juist de mensen met de hogere inkomens die er het meest van profiteren. Dat laatste komt dan overigens (ook) weer omdat diezelfde overheid in haar wijsheid besloot om allerlei luxe(re) zaken onder dat lage tarief te brengen zoals bijvoorbeeld cultuur, boeken e.d. En bijzonder ook: water valt wel onder het lage tarief, maar gas en elektriciteit dan weer niet. Ik ga dat onderzoeksrapport nog eens een keer goed doorlezen (want 242 bladzijden, dat kost een paar uur en dit is april en dan moeten de boekhoudingen en Btw-aangiften de deur uit).
Ik voel wel een herziening van de Btw aankomen….
Overigens hebben bijna alle EU-landen (tenminste) twee tariefgroepen, zouden ze het daar dan ook verkeerd zien?
Ooit (in de 16e eeuw) was de invoering van (een soort van) Omzetbelasting, de tiende penning (dus 10%), door de overheid een belangrijke reden voor onze voorouders om een opstand te beginnen, een opstand die nu nog steeds bekend staat als de 80-jarige oorlog…..
En tot slot mijn dubbeltje in de collectebus: ook eens onderzoek doen naar nut en noodzaak van het tarief van 21%?

De verplichte AOV komt er nu echt aan

Al jaren wordt er (in Den Haag) over gesproken: een plicht voor alle ondernemers zich te gaan verzekeren tegen de financiële gevolgen van (tijdelijke) arbeidsongeschiktheid door ziekte of ongeval. Verschillende ballonnen werden -al dan niet met bijpassend trompetgeschal- opgelaten en daarna weer afgeschoten. Of ze liepen gewoon vanzelf weer leeg. Nu lijkt het erop dat de regering echt wil gaan doorpakken als onderdeel van een heel pakket aan veranderingen voor de arbeidsmarkt.
De plannen voor het hervormen van de arbeidsmarkt bestaan voor een belangrijk deel uit het verbieden van het aloude nulurencontract en het dichttimmeren van draaideurconstructies, ook voor uitzendkrachten en payrollers.

Voor zelfstandigen wordt door het zoveel als mogelijk beperken van schijnzelfstandigheid de werkruimte verkleind. Daarnaast komt er dus ook een verplichting voor zelfstandigen een verzekering te sluiten tegen de effecten van (tijdelijke) ziekte of ongeval. Citaat: “Elke zelfstandige moet zich standaard gaan verzekeren voor een uitkering van 70 procent van het laatstverdiende inkomen tot aan de grens van 143 procent van het wettelijk minimumloon (WML). De uitkering is maximaal 100 procent van het WML (in 2023 € 1.934 per maand). De premies van periodiek uitgekeerde arbeidsongeschiktheidsverzekeringen zijn fiscaal aftrekbaar” en dus zijn de uitkeringen ook belast. De premie wordt rond de 8% van de fiscale nettowinst.

Wie zich al bij een verzekeraar verzekerd heeft mag daar (onder voorwaarden) blijven.
De plicht geldt ook voor zelfstandigen met personeel, maar niet voor zelfstandigen die werken via een eigen B.V.
Dat betekent dus waarschijnlijk ook het einde van de Broodfondsen.
Op Higherlevel staat een prima uitleg van de AOV-plannen, inclusief levendige discussie over alle voors, tegens en potentiële vluchtwegen. Voor de oudjes onder ons verwijs ik maar weer eens naar de WAZ die wegens enorm succes in 2004 (na 6 jaar bestaan te hebben!) weer werd afgeschaft.

Kennis (en beleid) Belastingdienst wordt openbaar

De fiscale regels waaraan wij ons allemaal moeten houden staan natuurlijk in de fiscale wet(ten) en aan diezelfde wetten moet de Belastingdienst zich dan natuurlijk ook houden, tot zover logisch allemaal. De realiteit is dat die wetten niet altijd de werkelijkheid volledig dekken (mensen zijn nou eenmaal erg creatief) en de teksten in die wetten zijn ook niet altijd even eenduidig, oftewel soms voor meerdere uitleg vatbaar. Daarvoor hebben we dan dus de rechter die via jurisprudentie die duidelijkheid wel moeten geven, ook in heel ingewikkelde en specifieke of bijzondere situaties. De wetten en jurisprudentie zijn openbaar, iedereen kan (in het tegenwoordige internettijdperk zeker) opzoeken wat er van zijn/haar gading is.

Maar zelfs dan blijven er genoeg bijzondere gevallen over waar (te) weinig duidelijkheid over bestaat en daarvoor heeft de Belastingdienst interne werkgroepen (kennisgroepen heten die) die een standpunt formuleren waar de uitvoerende belastingambtenaar zich aan moet houden. Dat zijn dan soms van die standpunten waar in mijn vak raar tegenaan wordt gekeken: huh, waarom dit? Die informatie en standpunten waren tot voor kort geheim. Tot voor kort dus, want de overheid gaat die standpunten nu openbaar maken (niet allemaal tegelijk overigens want het zijn er blijkbaar nogal wat).
Wat ook bleek is dat de bazen van het ministerie en de Belastingdienst helemaal niet zaten te wachten op dit soort openheid. De laatste zin in het artikel achter de link vertelt ook wel een beetje waarom (“Sommige fiscaal juristen en bestuurskundigen waarschuwen voor een ‘tsunami’ aan rechtszaken. Wetenschappers verwachten dat adviseurs en advocaten alle belastingstandpunten gaan doorvlooien op juridische en financiële kansen”).
Het bleef dus nog lang gezellig in het fiscale land…..

Box 3: we struikelen bijna over alle nieuwe ontwikkelingen

Vanaf deze week krijgen mijn klanten met een aangifte Inkomstenbelasting waar belast inkomen in Box 3 op voorkomt een bijsluiter met nadere uitleg en een idee of advies voor een denkrichting voor de toekomst. Zoals ik daar al opschrijf: ’taaie materie’. Dat is afgelopen week nog maar eens gebleken: 7 nieuwe ontwikkelingen telde ik in de fiscale vakpers, ga er maar aanstaan….

Een heel recente ontwikkeling is dat nogal wat beleggers die voor de huuropbrengst geld hadden gestoken in een verhuurd zakenpand of verhuurde woning (overwegen te) verkopen. Vanwege de nieuwe huurregels, maar vooral omdat die vorm van beleggen financieel aanzienlijk minder interessant is geworden door de nieuwe fiscale regels voor Box3.
Een rechter heeft afgelopen week dan wel weer uitgesproken dat die regels niet gelden voor een 2e woning die niet verhuurd wordt en dus alleen zelf gebruikt wordt.
De stapel uitspraken waarin rechters uitspreken dat de overheid niet meer kan belasten dan er feitelijk ontvangen is begint inmiddels behoorlijk hoog te worden. Bijvoorbeeld deze. En deze.
En dan wil ik jullie deze niet onthouden. De Raad van State is niet erg enthousiast over een voorstel van de partijen ter linkerzijde over een nieuwe aanpak voor de vermogensbelasting; dit plan bevoordeeld de allerrijksten.
Zoals in begin 2022 hier al opschreef: en het bleef nog lang onrustig in het fiscale land.

Nog een crisis erbij?

We leven in lastige tijden: stikstofcrisis, klimaatcrisis, toeslagenschandaal, Box3-diefstal, brandstofcrisis, Oekraïne, regeringscrisis(?), Coronacrisis en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Daar kwam afgelopen week weer een nieuwe mogelijke crisis bij: een financiële- bankencrisis. Een bewijs van een aloude stelling: als het fout gaat, dan gaat het vaak ook goed fout. Het begon met een ouderwetse bankrun bij de Silicon Valley Bank (go woke, go broke?) en eindigde (voorlopig) met de ineenstorting van Credit Suisse en dat zijn voorwaar geen kleine jongens op het financiële voetbalveld.

Begint dit dus niet erg te lijken op de financiële crisis die in 2008 begon? Zeker, ook toen vielen er een aantal grote zakelijke banken om met een domino-effect met gevolgen waarvan we nu nog last hebben. En net als toen proberen overheden en (centrale) banken er alles aan te doen om grote schade te voorkomen. Gaat dat ook lukken? Geen idee. In 2007/2008 waren voornamelijk hypothecaire leningen de basis voor het probleem (check de film ‘The Big Short’), nu zijn het vooral staatsobligaties die voor problemen zorgen. Beide kwesties zijn overigens (in-)direct veroorzaakt door overheden!
Moeten wij er iets mee? Ook geen idee, helaas. Om er iets mee te kunnen doen moet je er ook iets aan kunnen doen en we kunnen er weinig aan doen. Behalve dan het bekende rijtje: risico spreiden, risico spreiden en risico spreiden. En je (zakelijke) balans zo kort (= klein) als mogelijk houden, dat vermindert risico.
En vooralsnog: don ’t panic (yet).

Box 3: bezwaren en rechtszaken stapelen zich op

In het inmiddels (bijna) wekelijkse feuilleton over de belevenissen van de Box3-belasting konden we afgelopen week weer een episode toevoegen, wat zeg ik: meerdere episodes.
De eerste nieuwe episode is dat er nu (nu!) al zo ’n
485.000 bezwaarschriften zijn ingediend tegen aanslagen waar Box3-belasting in zit. StasFin van Rij zoekt (wanhopig?) naar een oplossing voor al die bezwaarschiften; de Belastingdienst is al overbelast, krijgen ze dit er ook nog eens bij.

Tweede episode: de VEB (Vereniging van Effectenbezitters) trekt met tractoren dossiermappen naar de rechter omdat het bezit van aandelen in 2022 wordt belast met 5,5% Box3-belasting terwijl het gemiddelde rendement in 2022 min 14% was. Belasting betalen over een verlies, dat is inderdaad bijzonder (pijnlijk). Overigens is dat verlies geen echt rendementsverlies maar vooral een waardeverlies, maar dat terzijde.
Derde episode: er zijn inmiddels al heel wat rechterlijke uitspraken die erop neerkomen dat de belastingheffing over Box3-vermogen moet gebeuren op basis van het werkelijk behaalde rendement en niet op een door de regering vastgesteld forfaitair rendement zoals nu gebeurt. Het zijn allemaal nog uitspraken van lagere rechters, de uitspraak van de Hoge Raad moet nog komen, maar het dondert stevig achter de fiscale horizon.
Een bijzonder hoofdstuk in de belevenissen van Box 3 is het gegeven dat zelfstandig ondernemers onder (een deel van) de belastingheffing uit kunnen komen door (een deel van) hun geld in hun bedrijf te parkeren omdat het daar geen Box 3-vermogen is. In het verleden ging de Belastingdienst dan al snel blaffen en ook bijten, maar werd een paar jaar geleden door de rechter gemuilkorfd: het aanhouden van een behoorlijk bedrag aan zakelijke financiële reserves voor zakelijk slechte tijden e/o komende investeringen was niet in strijd met de (bedoeling) van de wet, dus dat mocht gewoon. Afgelopen week las ik wel van een rechtelijke uitspraak die er kort gezegd op neer kwam dat je dat ook kon overdrijven. Maar waar de grens dan precies ligt…. geen idee (nog).
Het bleef nog lang gezellig in het fiscale land…., the beat goes on. Deze is ook prima.

The WOZ is back in town

Eigenaren van eigen woningen zaten er al een tijdje met smart op de wachten: de jaarlijkse traditie van de WOZ-taxaties! En het was -ook dit jaar- weer een feest met de door het dak springende waarden per 01 januari 2022: gemiddeld +17%. Van die waardestijging kunnen velen zich een spiksplinternieuwe middenklasser veroorloven, of een nieuwe keuken. Niet echt natuurlijk, want zolang je niet verkoopt is die waardestijging er alleen op papier. Maar desalniettemin: dat (extra) geld is alvast in the pocket. Tot de volgende WOZ-ronde begin 2024 tenminste, want dan gaan – als het goed is – de waarden weer wat omlaag.
Inmiddels worden die eigenaren van alle kanten besprongen (ook al een jaarlijkse traditie die wel steeds verder uitdijt) door enthousiaste ‘bureaus’ die aanraden bezwaar aan te tekenen en zo veel geld te besparen. Natuurlijk kunnen die bureaus dat ook doen, zelfs gratis (want: no cure, no pay).
Is bezwaar maken zinnig en zo ja, is zo ’n bureau dan zinnig?

Hoe werkt die WOZ financieel uit? De WOZ bepaalt drie belastingen en heffingen: de Inkomstenbelasting (via het Huurwaardeforfait), de Waterschapslasten en last but not least de gemeentelijke Onroerende Zaak Belasting (OZB). En inderdaad: een lagere WOZ kan een paar honderd Euro schelen. Je kunt een grove berekening daarvan onder andere hier maken. De Vereniging Eigen Huis heeft ook een systeem om een check te doen, inclusief uitleg wat (verder) te doen.
Zelf kun je natuurlijk ook wat doen. Als eerste: naast de vaststelling + aanslag is er ook een taxatierapport en dat is het eerste wat je moet gaan opzoeken en bekijken, de meeste gemeenten hebben dat rapport op hun website staan. Als tweede: als er in je straat of buurt redelijk vergelijkbare panden zijn: zoek daar de waarde eens van op via het ‘WOZ-waardeloket‘ en let daarbij vooral op het aantal m2 grond en het aantal m2 bewoonbare ruimte, die moeten als eerste enigszins vergelijkbaar zijn. Zie je in die twee databases rare dingen, dan is het wellicht een idee bezwaar te maken.
Of je dat zelf doet of je doet dat via zo ’n bureau is een kwestie van smaak. De overheid heeft inmiddels wel een bloedhekel gekregen aan die ‘bureaus’ en StasFin van Rij broedt op maatregelen die bureaus de wind uit ze zeilen te nemen door een wettelijk verbod of iets van dien aard. Daar kan ik mij wel iets bij voorstellen, aan de andere kant: als die bureaus zoveel succes hebben is er misschien ook bij de overheid iets grondig mis; een bezwaar tegen een aanslag Inkomstenbelasting laten doen door een Belastingadviseur is toch niet heel anders?
Tot slot nog een tip: in veel hypothecaire leningen zit een opslagclausule die door een extra renteopslag (vaak 0,2%) het risico voor de bank dekt dat een pand bij verkoop te weinig oplevert om de hypothecaire lening te dekken. Als de waarde van het huis hoger is dan de hypothecaire lening is dat risico er niet (meer) en kun je vragen die opslag van de rente af te halen, dus check de overeenkomsten die je met de bank hebt.

Nieuwe fiscale plannen moeten toch nog maar even wachten

De regering zit vol met ideeën, wensen en idealen om ons aller leven mooier, makkelijker en rijker te maken. Edoch: dat gaat dus even niet nu, want dat kunnen de computersystemen van de Belastingdienst niet aan en iedereen (en zeker de ondernemers onder ons) weet: zonder inkomsten geen uitgaven. Op zich is er met de inkomsten van de overheid niks mis, het beheren en boekhouden daarvan dreigt spaak te lopen op een rammelend computerpark.
Is het beheren en boekhouden al een enorm probleem, het ontwerpen en uitvoeren van nieuwe regels kan er voorlopig dus al helemaal niet bij. De regering is dus nu wel bezig om van alles te bedenken, het in- en uitvoeren van al die plannen is aan de volgende regering. Veel belastingprogramma’s zijn blijkbaar geschreven in de programmeertaal Cool:Gen en die taal houdt binnenkort op te bestaan (c.q. wordt niet meer ondersteund in techneutentaal). De eerste versie van die programmeertaal stamt blijkbaar uit 1987 en werd ontwikkeld door Texas Instruments (remember that, van de eerste handrekenmachientjes).
Hoe dan ook: rust, rust……

Box 3, struikelend naar de finish

Het gaat maar door met de ontwikkelingen in/voor Box 3, ook afgelopen week.
StasFin van Rij maakte
officieel bekend dat iedereen een beroep kan doen op een nog komende uitspraak van de Hoge Raad over de aanslagen 2017-2020, dus ook degenen die geen bezwaar hebben gemaakt. Over wat wel/niet te doen met de nu komende aanslagen 2021 (en 2022 inmiddels ook) is nog niet alles duidelijk (genoeg), dus dat betekent: voor alle zekerheid dan toch maar bezwaar tegen de eigen aangifte maken als daar een belastbaar effect in Box 3 in zit.

Inmiddels is ook al wel duidelijk wat de regering doet met de tussenperiode: 2021 – 2025 (vanaf 2026 komt er een geheel nieuw heffingssysteem voor vermogen in Box 3). Er komt (of eigenlijk: er is al) een verhoogde vrijstelling. Daarnaast zijn er nu drie categorieën voor het berekenen van het belastbare rendement: spaargeld (met een (vooralsnog) heel laag rendement, andere bezittingen met een heel hoog fiscaal rendement (6,17% in 2022!!!) en een weer lage rente op schulden. Wie dus bijvoorbeeld een 2e huis(je) heeft (belast met 6,17%), gefinancierd met een hypotheek (rente aftrekbaar tegen een laag percentage, ruim 2%) is dus de pineut, althans fiscaal. Datzelfde geldt dus ook voor mensen die met geleend geld aandelen (of bitcoins e.d.) hebben gekocht. Een enorm drama is het allemaal nou ook weer niet als het niet om enorme vermogens gaat, maar sommigen onder ons zijn dus wel jaarlijks een paar duizend Euro extra aan belastingen kwijt en anderen (met alleen spaargeld) spinnen hier weer garen bij.

En dan: wat vanaf (waarschijnlijk) 2026?
De 2e kamer wil dat er belasting geheven gaat worden over het feitelijk behaalde rendement, wel zo ‘eerlijk’ toch? Dat was de regering ook van plan te gaan doen, maar inmiddels zijn ze er daar achter aan het komen dat dat nog niet zo makkelijk is. Want wat is dat rendement dan precies? En hoe controleer je dat, als Belastingdienst zijnde? En kunnen de systemen van de Belastingdienst zoiets wel aan? Moeilijk, (te) moeilijk dus allemaal. Dus denkt de StasFin voorlopig aan (toch weer) een forfaitair systeem (zoals nu dus), maar dan met meer categorieën dan nu (drie dus) waardoor er per categorie een afzonderlijk (gemiddeld) rendement gebruikt kan gaan worden. Hoe zich dat dan weer verhoudt tot het uitgangspunt dat het werkelijk behaalde rendement belast moet gaan worden: geen idee hier.

Einde aan & voor de zzp’er?

Ik schreef er hier recent al eerder over: 2023 kan wel eens een heel belangrijk jaar worden voor iedereen die zich ‘zzp’er’ noemt (of zo wordt genoemd) en iedereen die (wel eens) zzp’ers inhuurt. De regering is nu druk bezig de wettelijke definities rond te krijgen en om te zetten in wetgeving. Wetgeving met als doel een eind te maken aan diverse juridische en fiscale constructies waarin arbeidsrelaties in de vorm van ‘zelfstandigheid’ gegoten worden in plaats van de klassieke werkgever/werknemer-verhouding. Want -aldus de overheid- er is een enorme wildgroei ontstaan aan ‘schijnzelfstandigen’ en dat is niet goed.

Langzaamaan wordt steeds zichtbaarder waar de regering aan denkt voor het maken van onderscheid tussen werknemers en ‘echte’ ondernemers/zelfstandigen. Naast de heilige driepoot (arbeid, beloning en gezag) waarop dat onderscheid traditioneel wordt beoordeeld wordt nu vooral de derde poot (gezag) verder uitgewerkt.
Eerste punt: worden er instructies gegeven en wordt er toezicht gehouden op het werk (materieel gezag)?
Tweede punt: is het werk organisatorisch “ingebed” in de organisatie van de werkgevende (formeel gezag)? Oftewel betreffen de activiteiten een wezenlijk onderdeel van de bedrijfsactiviteiten (corebusiness) en zijn er werknemers (e/o uitzendkrachten) die precies hetzelfde werk doen?
Derde punt: is er sprake van echt zelfstandig ondernemerschap binnen een arbeidsrelatie? Investeert de zzp’er in eigen bedrijfsmiddelen, werkt de zzp’er met eigen gereedschappen en hulpmiddelen, gebruikt eigen materialen, draagt de zzp’er eigen bedrijfskleding? Neemt de zzp’er zelf financiële risico’s?
Een ander aandachtspunt wordt het (uur-)tarief dat ze zzp’er vraagt (en vooral: krijgt): dat moet (zo zijn de gedachten nu) tenminste € 30 a € 35 (ex. btw) zijn. Ik hoor overigens overal dat het uiteindelijk (tegen de) € 40/uur gaat worden.

Hoe dit behoorlijk ingewikkelde gebeuren in de praktijk gecontroleerd gaat worden wordt ook steeds duidelijker: via een online checklist die de opdrachtgever vooraf door moet lopen en die aan het einde uitsluitsel geeft wat de juridische en fiscale arbeidsverhouding is: werknemer of zelfstandige? Een opdrachtgever die die checklist niet gebruikt loopt het grote risico dat achteraf een ‘zelfstandige’ alsnog tot werknemer wordt omgevormd, met nogal grote financiële gevolgen (alsnog loonbelasting en premies werknemersverzekeringen en pensioen afdragen, ontslagrecht e.d.). Plus boetes en rente. Het plan is nu dat de wet in 2023 wordt gemaakt, begin 2024 naar het parlement gaat en vanaf 2025 wordt ingevoerd.
Ben je opdrachtgever (werkgever): bereid je voor op de ze verandering(en): neem je (al dan niet digitale) Rolodexje eens door en onderneem alvast actie. Ben je zzp’er: dit kan je hele verdienmodel onderuit halen, dus ga bedenken wat te doen. Laat je niet verrassen eind 2024/begin 2025!
Dit zat er natuurlijk al lang aan te komen, nu zijn de eerste tekenen aan de horizon te zien.