The WOZ is back in town

Eigenaren van eigen woningen zaten er al een tijdje met smart op de wachten: de jaarlijkse traditie van de WOZ-taxaties! En het was -ook dit jaar- weer een feest met de door het dak springende waarden per 01 januari 2022: gemiddeld +17%. Van die waardestijging kunnen velen zich een spiksplinternieuwe middenklasser veroorloven, of een nieuwe keuken. Niet echt natuurlijk, want zolang je niet verkoopt is die waardestijging er alleen op papier. Maar desalniettemin: dat (extra) geld is alvast in the pocket. Tot de volgende WOZ-ronde begin 2024 tenminste, want dan gaan – als het goed is – de waarden weer wat omlaag.
Inmiddels worden die eigenaren van alle kanten besprongen (ook al een jaarlijkse traditie die wel steeds verder uitdijt) door enthousiaste ‘bureaus’ die aanraden bezwaar aan te tekenen en zo veel geld te besparen. Natuurlijk kunnen die bureaus dat ook doen, zelfs gratis (want: no cure, no pay).
Is bezwaar maken zinnig en zo ja, is zo ’n bureau dan zinnig?

Hoe werkt die WOZ financieel uit? De WOZ bepaalt drie belastingen en heffingen: de Inkomstenbelasting (via het Huurwaardeforfait), de Waterschapslasten en last but not least de gemeentelijke Onroerende Zaak Belasting (OZB). En inderdaad: een lagere WOZ kan een paar honderd Euro schelen. Je kunt een grove berekening daarvan onder andere hier maken. De Vereniging Eigen Huis heeft ook een systeem om een check te doen, inclusief uitleg wat (verder) te doen.
Zelf kun je natuurlijk ook wat doen. Als eerste: naast de vaststelling + aanslag is er ook een taxatierapport en dat is het eerste wat je moet gaan opzoeken en bekijken, de meeste gemeenten hebben dat rapport op hun website staan. Als tweede: als er in je straat of buurt redelijk vergelijkbare panden zijn: zoek daar de waarde eens van op via het ‘WOZ-waardeloket‘ en let daarbij vooral op het aantal m2 grond en het aantal m2 bewoonbare ruimte, die moeten als eerste enigszins vergelijkbaar zijn. Zie je in die twee databases rare dingen, dan is het wellicht een idee bezwaar te maken.
Of je dat zelf doet of je doet dat via zo ’n bureau is een kwestie van smaak. De overheid heeft inmiddels wel een bloedhekel gekregen aan die ‘bureaus’ en StasFin van Rij broedt op maatregelen die bureaus de wind uit ze zeilen te nemen door een wettelijk verbod of iets van dien aard. Daar kan ik mij wel iets bij voorstellen, aan de andere kant: als die bureaus zoveel succes hebben is er misschien ook bij de overheid iets grondig mis; een bezwaar tegen een aanslag Inkomstenbelasting laten doen door een Belastingadviseur is toch niet heel anders?
Tot slot nog een tip: in veel hypothecaire leningen zit een opslagclausule die door een extra renteopslag (vaak 0,2%) het risico voor de bank dekt dat een pand bij verkoop te weinig oplevert om de hypothecaire lening te dekken. Als de waarde van het huis hoger is dan de hypothecaire lening is dat risico er niet (meer) en kun je vragen die opslag van de rente af te halen, dus check de overeenkomsten die je met de bank hebt.