Wet anti schijnzelfstandigheid naar de 2e Kamer

De bekende kogel is door de even bekende kerk: MinSoZa van Hijum heeft zijn wetsvoorstel om ‘het’ allemaal te regelen naar de 2e Kamer gestuurd. Hoelang het dan duurt voordat de wet ingaat is altijd de vraag (plan is 01 juli 2026) en hoe die wet er uiteindelijk uitziet ook, maar voor het eerst sinds 2016 gebeurt er tenminste weer eens iets op wetgevend gebied. Mooi citaat uit de toelichting op de wet: “Als je aangestuurd wordt in je werk en je loopt geen ondernemersrisico, dan ben je een werknemer en heb je recht op de zekerheid die daarbij hoort. En als je echt zelfstandig werkt en onderneemt, dan is daar alle ruimte voor.”

Klinkt mooi, punt is natuurlijk wel: dat is al ruim een eeuw zo en alle pogingen voorheen om dit wettelijk te regelen zijn tot nu toe (deels) onuitvoerbaar gebleken, of op zijn minst onpraktisch. Want het probleem, dat blijft en dat probleem is dat het onderscheid tussen een werknemer en een ondernemer niet altijd even makkelijk te zien is. Plus dat er nogal wat ‘vrije jongens’ zijn (en meisjes ook natuurlijk) die hun werk gewoon niet als loonslaaf willen doen.
Anyway. (Bijna) iedereen stort zich nu op het in het wetsontwerp genoemde minimum uurtarief van € 36, terwijl het probleem natuurlijk veel groter is dan dat alleen en die € 36 natuurlijk ook makkelijk te omzeilen is.
Maar goed, we gaan het zien, over een jaartje weten we meer.