De verplichte AOV komt er nu echt aan

Al jaren wordt er (in Den Haag) over gesproken: een plicht voor alle ondernemers zich te gaan verzekeren tegen de financiële gevolgen van (tijdelijke) arbeidsongeschiktheid door ziekte of ongeval. Verschillende ballonnen werden -al dan niet met bijpassend trompetgeschal- opgelaten en daarna weer afgeschoten. Of ze liepen gewoon vanzelf weer leeg. Nu lijkt het erop dat de regering echt wil gaan doorpakken als onderdeel van een heel pakket aan veranderingen voor de arbeidsmarkt.
De plannen voor het hervormen van de arbeidsmarkt bestaan voor een belangrijk deel uit het verbieden van het aloude nulurencontract en het dichttimmeren van draaideurconstructies, ook voor uitzendkrachten en payrollers.

Voor zelfstandigen wordt door het zoveel als mogelijk beperken van schijnzelfstandigheid de werkruimte verkleind. Daarnaast komt er dus ook een verplichting voor zelfstandigen een verzekering te sluiten tegen de effecten van (tijdelijke) ziekte of ongeval. Citaat: “Elke zelfstandige moet zich standaard gaan verzekeren voor een uitkering van 70 procent van het laatstverdiende inkomen tot aan de grens van 143 procent van het wettelijk minimumloon (WML). De uitkering is maximaal 100 procent van het WML (in 2023 € 1.934 per maand). De premies van periodiek uitgekeerde arbeidsongeschiktheidsverzekeringen zijn fiscaal aftrekbaar” en dus zijn de uitkeringen ook belast. De premie wordt rond de 8% van de fiscale nettowinst.

Wie zich al bij een verzekeraar verzekerd heeft mag daar (onder voorwaarden) blijven.
De plicht geldt ook voor zelfstandigen met personeel, maar niet voor zelfstandigen die werken via een eigen B.V.
Dat betekent dus waarschijnlijk ook het einde van de Broodfondsen.
Op Higherlevel staat een prima uitleg van de AOV-plannen, inclusief levendige discussie over alle voors, tegens en potentiële vluchtwegen. Voor de oudjes onder ons verwijs ik maar weer eens naar de WAZ die wegens enorm succes in 2004 (na 6 jaar bestaan te hebben!) weer werd afgeschaft.